Type A en Type B aardlekbeveiliging Naast deze uitvoeringen zijn er nog meer varianten die binnen deze categorieën vallen, zoals bijvoorbeeld zelftest en automatisch herstel. De uitvoeringen en benamingen van aardlekbeveiligingen variëren per fabrikant..... Een aardlekbeveiliging meet het verschil in stroom tussen de fase(n)draad(en) en de nuldraad; de som van deze stromen hoort nul te zijn (volgens de eerste wet van Kirchhoff). Als dit niet het geval is, is er sprake van een lekstroom en zal de aardlekbeveiliging reageren door de mogelijke gevaarlijke situatie uit te schakelen. Aardlekbeveiligingen zijn beschikbaar in verschillende varianten en ze onderscheiden zich door hun vermogen om verschillende foutstromen te detecteren, reactietijd, gevoeligheid, technologie en uitvoering. In Nederland volgen we het Bouwbesluit waarin de NEN1010 wordt genoemd als de minimale vereiste voor de uitvoering van elektrotechnische installaties. In deze NEN1010 worden eigenlijk vier varianten beschreven als aanvullende beveiliging: Type AC, Type A, (Type F) en Type B. Type AC is in de praktijk niet toegestaan. Type A is alleen toegestaan onder omstandigheden waarin de gelijkstroom (DC) stroom kleiner is dan 6 mA. Type B wordt gebruikt wanneer het niet mogelijk is om een DC-stroom van 6 mA te waarborgen. In het kort betekent dit dat Type B altijd is toegestaan, terwijl Type A onder normale omstandigheden kan worden gebruikt. Ga naar: Aardlekautomaten Ga naar: Aardlekschakelaars |